Ja, ik zal handhaven.
Dat was het gehele seizoen al ons credo: handhaving in de eerste klasse.
We konden dit voornemen uit laten komen door onze laatste wedstrijd te winnen tegen het al veilige Onésimus.
Iedere overwinning zou volstaan, we stonden immers 3 bordpunten voor op WSV.
We hadden gelukkig al vaker met dit laatste-ronde-bijltje gehakt.
Want wie herinnert zich niet het mat van Robbert met drie seconden op de klok, waardoor we ons vorig seizoen op het nippertje handhaafden? En twee jaar geleden toen we in de laatste rond kampioen werden van de 2e klasse door een miraculeuze zege van Jean-Peter?
Dit keer hadden we superjoker Leo aan boord als invaller voor de helaas nog steeds niet fitte Rien. We begonnen dus vol goede moed aan deze laatste beproeving van het seizoen.
Robbert wist zich als eerste te handhaven. Geheel tegen zijn gewoonte in was hij als eerste klaar. In een symmetrische opening wist hij de symmetrie te handhaven, waarna de snelle puntendeling onvermijdelijk bleek (½-½).
Vervolgens was bijna naamgenoot Robert klaar met zijn partij. In een Slaaf had hij aanvankelijk voordeel, maar verlies van een pion deden de kansen keren. Robert wist lange tijd de remisemarge te handhaven, maar dit kostte hem wel veel tijd. De vlag was onverbiddelijk (½-1½).
Leo zou Van Praag niet zijn als hij niet voor de nodige ophef zorgde. Hij kwam in zijn kenmerkende stijl al in een oogwenk straal verloren te staan, maar vocht taai terug en wist zich lang te handhaven. Zo lang, dat zijn tegenstander de weg helemaal kwijtraakte. Net als zijn dame. Leo nam het presentje dankbaar aan, maar pakte het niet uit. Integendeel, hij bood in gewonnen stelling remise aan. Zo wilde hij niet winnen (1-2).
Ook Jean-Peter deelde het punt. Hij probeerde eerst een koningsvleugel op te zetten, maar toen deze werd dichtgeschoven switchte hij naar de damevleugel. Hier vond hetzelfde tafereel plaatst, waarna de handen gehaafd konden worden (1½-2½).
Zo halverwege de score leek een kleine overwinning in het verschiet. Feike, André en Bert stonden beter, terwijl Tjerk-Peter op remisekoers lag.
Feike won inderdaad en handhaafde hiermee zijn topscorerschap. Hij had snel een grote ontwikkelingsvoorsprong opgebouwd en won een stuk. Vervolgens wikkelde hij geroutineerd af naar een gewonnen pionneneindspel. Als je hem zo ziet spelen ziet schaken er wel heel erg gemakkelijk uit (2½-2½):
———————–
Bert was al volgende klaar. Voor de eerste keer dit seizoen kwam ik met voordeel uit de opening. Maar ja, win maar eens een gewonnen partij! Het lukte mij in ieder geval niet, mijn tegenstander kon zich handhaven en kwam weer terug in de partij.
In betere stelling volgde hij het goede voorbeeld van Leo en bood remise aan. An offer I could not refuse (3-3).
Langzaam groeide de wedstrijd naar een spannend apotheose.
Tjerk-Peter vocht na een Schotse opening verwoed om het centrum. Beide partijen wisten geen voordeel te behalen, ook al leek Tjerk-Peter in de problemen te komen. De remisemarge werd gelukkig gehandhaafd, ook na lang zwoegen (3½-3½).
En natuurlijk moest de laatste partij de beslissing brengen. Waarom verbaas ik me niet?
Ditmaal mocht André de finale spelen. Hij had na de opening een fijne stelling waarin hij lang grote druk op de zwarte stelling kon handhaven. Zwart wist zich hier langzaam maar zeker aan te onttrekken, wat hem veel tijd kostte. André kwam in kleine problemen, maar de klok redde hem. De torenwinst was een bonus, maar had hij eigenlijk al niet meer nodig (4½-3½).
Een kleine, maar beslissende overwinning.
WSV moest nu met minimaal 7½-½ van Krimpen ad IJssel winnen om ons voorbij te gaan op de ranglijst. Ze kwamen tot 5-3, dus volgend jaar spelen we weer in de eerste klasse!!
