Op 25 november mochten we tegen de koploper van RSB klasse 2C spelen. We wisten dat ze over de hele linie iets sterker zouden zijn, maar op ons niveau zegt dat niet zo heel veel.

Tjerk-Peter de Bruijn, met wit op bord 2, liep na 45 minuten al naar de teamleider John toe om aan te geven dat het snel remise zou worden. Na een theoretische Caro-Kann opening, die al 8.753.267 keer op het bord is gekomen, waarbij alle stukken in no-time worden afgeruild, bleef een potremise stelling over. Nadat de handen waren geschud moesten Joop Elderhof en Tjerk-Peter als straf een wedstrijdverslag schrijven. Het verslag van Joop kan je hier lezen: https://svkrimpen.nl/barendrecht-ijsselmonde-2-k2-rsb/. Stand ½ – ½.

Een half uurtje later was Ed Lammens, op bord 4 klaar. Ed dacht een mooie koningsaanval op te zetten en een toren te winnen. Helaas had hij niet alles goed berekent. Nadat de rookwolken waren opgetrokken, bleek hij een stuk achter te staan. Gedesillusioneerd gaf hij op. Heel uitzonderlijk dat de remise-koning ook kan verliezen. Stand ½ – 1½.

Robert Dortmond, op bord 8, heeft met actief spel een pion gewonnen. Hij heeft, zoals gebruikelijk, wel veel minder tijd dan zijn tegenstander. Daarna snoept hij nog een pionnetje op, maar er blijft wel een stelling met ongelijke lopers over. Op een gegeven moment loopt Robert naar mij toe en vraagt of hij (met twee pionnen meer!) remise mag aanbieden. Ik zeg: ‘ben je helemaal betoeterd, doorspelen!’ Met verder sterk spel verdwijnen de twee lopers van het bord en daarna is het een fluitje van een cent om het af te maken. Stand 1½ – 1½.

Pieter Kwekkeboom, begon eerst door een kwartier te laat te komen en vervolgens met zwart 1. e4 – Pc6 te spelen. Iedereen vroeg zich af of hij wel volledig wakker was. Op een gegeven moment was zijn enige actieve stuk een zwarte koning op c6. De andere stukken stonden nog in de beginpositie. Oh ja, Pieter stond ondertussen ook nog twee pionnen achter. Een verlies had ik al ingecalculeerd (en Pieter zelf ook). Ik weet niet hoe het verder precies is gegaan, maar voor de poorten van de held heeft hij een remise weggesleept. Stand 2 – 2.

Na 13 zetten stond het bord bij René Jansen, spelend met zwart, in vuur en vlam. Niet alle Caro-Kann’s eindigen blijkbaar in een bloedeloze remise. De tegenstander offerde een stuk voor twee pionnen op e6 en de zwarte rochadestelling kwam helemaal open te staan. Na een aantal schermutselingen kwam de tegenstander een pion voor te staan met mooie aanvalskansen. Er was geen houden meer aan. Stand 2 – 3.

André Coenen is de laatste tijd niet in vorm. Goede stellingen worden verprutst en het kwartje valt dit jaar vaak op de verkeerde kant. Zijn tegenstander speelde een prachtig stukoffer op h6 maar dat werd een paar zetten later gepareerd door een nog mooier stukoffer op met 24 .. Pf4+ (zie foto). Er volgde 25. Dxf4 exf4; 26. Pxd7 Tf-d8 en het witte paard is opgesloten. André hield een kwaliteit tegen een actief paard met 2 pionnen over. Toen de pionnen eenmaal gingen lopen, was er geen houden meer aan. Stand 2 – 4.

Piet Hofstee, op bord 6 staat een pion voor met beter spel. Ook hij komt op een gegeven moment naar mij toe en zegt: ‘ik heb slecht geslapen en voel me een beetje slapjes. Mag ik remise aanbieden’. Ik geef hem het zelfde antwoord als dat ik aan Robert heb gegeven: ‘ben je helemaal betoeterd, doorspelen!’ Blijkbaar werkt zo’n antwoord, want ook Piet wint daarna zijn partij. Stand 3 – 4.

Alleen John Bakker is nog aan het spelen. Hij moet zeker wat aan zijn time management doen. Vaak zie ik hem niet achter het bord zitten als zijn klok loopt. Op een gegeven moment heeft John minder dan 5 minuten en je ziet hem zichtbaar nerveus worden. Dat is het grote verschil tussen Iroy Ockeloen en John Bakker. Iroy gaat beter spelen in tijdnood, terwijl het bij John vaak bergafwaarts gaat. Iedereen staat rond zijn partij en de uitslag van die avond drukt zwaar op zijn frèle schouders.
Zal het een gelijkspel worden of een verlies? John moet winnen! In wederzijdse tijdnood gaat het alle kanten op. John mist ergens mat in 4 en luttele zetten later moet hij de partij helaas toch aan zijn tegenstander laten. Eindstand 3 – 5.
