Aangezien veel spelers van Barendrecht op vakantie waren op maandag 20 oktober (herfstvakantie), was de wedstrijd tegen de IJssel 1 verplaatst naar 27 oktober. De IJssel verleende zijn sportieve medewerking hieraan. Hulde hiervoor!
Niettemin misten we op 27 oktober twee basisspelers. Maar met de invallers Johan en Joost kan je niet spreken van een verzwakking van het team.
Hieronder volgt in chronologische volgorde een verslag van wat er op de verschillende borden afspeelde.
Bord 8 Joost (zwart) ½ – ½
Omdat de kleinkinderen van mijn tegenstander wat langer waren blijven hangen dan gepland, liep zijn klok al enige minuten toen wij elkaar de hand schudden. Hij koos voor d4, ik koos voor de Grünfeld. ‘Moordrecht uit, altijd lastig’ en daarbij wou ik als invaller op bord 8 natuurlijk geen 0 achter mijn naam. Vandaar de keuze om in het begin de aandacht vooral te richten op het slopen van wat mijn tegenstander probeerde op te bouwen en te zien wanneer er ergens ruimte voor wat gezond opportunisme zou ontstaan.
Volgens Fritz is het een saai partijtje geweest, dat tot zet 12 zo uit de boeken komt. Ook vond de computer dat mijn stelling na een zetje of 14 ‘in het nauw’ zat. Aan het bord voelde dat helemaal niet zo. Allereerst zijn er nauwelijks tot geen variaties die ik tot 12 zetten uit mijn hoofd ken, en ten tweede voelde ik me eigenlijk wel okay bij de gebeurtenissen op het bord. Uiteindelijk kwam ik met een pion meer uit het middenspel, maar de taaiheid van wit en een tweetal gruwelijke onnauwkeurigheden bij zwart voorkwamen dat die ene pion werd omgezet in een vol punt.
Bord 7 Johan (wit) 1½ – ½
Al vlak na de opening stond de zwarte koning op g6 (zonder gerokeerd te hebben). Deze tempi verlies leverde Johan een groot ontwikkelingsvoorsprong op. De zwart koning werd steeds verder opgejaagd en verlies was onvermijdelijk.
De twee invallers Joost en Johan waren als eerste klaar en leverde een zeer verdienstelijke 1½ punt op.
Bord 6 John (zwart) 1½ – 1½
Op bord zes speelde John, met zwart, tegen Aad van den Berg. Na een redelijk lauwe opening waarbij een aangenomen damegambiet op het bord stond, kon wit toch steeds meer druk uitoefenen op de zwarte stelling. Om de druk op de zwarte koningsvleugel te verminderen dacht zwart met 11. Pf3-Pe5 h7-h6 enig tegenspel te kunnen gaan geven. Uiteraard, net als in de meeste partijen waarin John h7-h6 speelde, was ook in deze stelling h7-h6 desastreus! Feike had de eer om John na afloop hiermee voor de zoveelste maal te confronteren. Ondanks dit wederom ongelukkige zetje zag John toch nog wat mogelijkheden en durfde de uitdaging aan. De tegenstander wist echter rustig de stormachtige zwarte aanval af te slaan en de witte koning kon naar zijn enig veilige vluchtveld worden gespeeld. Zwart geeft op en de IJssel trekt de tussenstand gelijk naar 1 1/2 – 1 1/2. Na meer dan drie jaar, dankzij teamcaptain Leo te hebben mogen spelen met de mooie witten stukken, zijn de zwarte stukken John zwaar gevallen. John hoopt dan ook dat Leo spoedig weer terug is. Hij werd door John in ieder geval duidelijk gemist.
Bord 1 Feike (wit) 2½ – 1½
Na 7. Pd5 had ik met wit een prachtige stelling met paarden op b5 en d5 en dreiging van kwaliteitswinst via Pc7+. Mijn tegenstander vond de enige uitweg, namelijk 7. …, Le6 (die niet helemaal voor de hand ligt), waardoor ik genoegen moest nemen met enkel een iets betere stelling. Zwart moet vooral niet 7. … Da5+ spelen, vanwege 8. Ld2! en zwart kan niet slaan op b5 vanwege 9. Pc7+ en damewinst.
Het middenspel speelde ik vervolgens te tam, waardoor ik zwart de kans gaf op een aanval op de koningsvleugel. In plaats van te verdedigen koos ik voor de tegenaanval op de damevleugel waar de zwarte koning op de tocht stond. Gelukkig was mijn tegenaanval veel gevaarlijker. Zwart moest een stuk geven, waarna de rest van de partij een kwestie van techniek en opletten was.
Bord 2 Tjerk-Peter (zwart) 3½ – 1½
Al vrij snel kwam ik een gezonde pion voor te staan. Hoewel mijn tegenstander wat tegenkansen kreeg, maakte ik me totaal geen zorgen. Op een gegeven moment kwam wit in tijdsnood. De grootste fout die je op dat moment kunt maken is mee te gaan vluggeren met je tegenstander. Dat deed ik dan ook niet; ik had nog zeëen van tijd en was bezig om de stelling te compliceren. Dat lukte me aardig want op de 34e zet verloor zwart door een paardvork zijn dame.
De resterende borden lieten op dat moment een positief beeld zien. Rien stond een gezonde pion voor en had een betere stelling. Robbert M. had zijn tegenstander geheel overvleugeld en winst was niet ver weg meer. Robert D. stond een pion achter maar met tegenkansen. Dus een eindstand van 6-2 was zeer waarschijnlijk.
Maar helaas verliep het niet zoals gepland…