Geef de pen door … (VI)

Hoe heet je en hoe oud ben je?
Ik heet Leo van Praag en ben geboren 22 mei 1951. Pappie van 2 zoons en opa van 2 kleindochters.

Wat doe/deed je in het dagelijks leven?
Ik deed en doe nog steeds: het installeren van elektrische installaties.

Diensttijd was voor mij niet weggelegd, gezien de zwaarte van de schoenen.
De mededeling van de keuringsmajoor, dat ik in tijden van nood paraat voor volk en vaderland behoorde te zijn heb ik gepareerd met dat, als er gevlucht moet worden, ik voorop zou lopen.

De BB was de volgende optie. Doch zolang ik studeerde, zou ik vrijgesteld blijven. Probleem dus opgelost; aangezien ik over 1 studiejaar soms 2 à 3 jaar deed (om een goede band met de docent te krijgen) was het niet ondenkbaar dat ik Nederlands oudste student zou worden.

Hoe lang schaak je al?
Gezien mijn kansarme voorgeschiedenis was het geen grote stap om lid te worden van een schaakclub. Inmiddels ben ik, door mijn luie karakter, een kleine 30 jaar lid van schaakclub Barendrecht.

Omschrijf je schaakstijl
Om in de trant van Godfried Bomans verder te gaan: ik heb een armoedige speelstijl. Daarom was spelen tegen Jan van vlijmen geen kwelling voor mij. Maar na nog 30 jaar lid van Barendrecht te zijn, moet enige progressie voor mij mogelijk zijn.

Wat is jouw schaakhoogtepunt?
Er was 1 jaar dat niemand kampioen wilde worden en toen heb ik mijzelf spontaan aangeboden. En ik mocht het zijn!

Welke activiteiten voer(de) je uit voor de vereniging?
De afgelopen bijna 30 jaar ben ik via de door mij genuttigde consumpties sponsor geweest van de club.

Wie is jouw favoriete tegenstander en wie is jouw ‘angstgegner’?
Ab Kruit is mijn favoriete tegenstander, wat niet wil zeggen dat ik een aversie heb tegen de rest van de club.
Mijn angstgegner is André Coenen.

Zijn er nog andere zaken die je met ons wilt delen?
Ik ben het helemaal met Jan van Vlijmen eens: een voortreffelijk bestuur, dat de club opnieuw laat leven en bruisen.

Aan wie geef je de pen door?
Zonder hem te willen beledigen geef ik mijn pen door aan Paul Visschedijk. Maar alleen als hij dat ook echt wil!

Geef de pen door … (V)

1. Hoe heet je en hoe oud ben je?
Ik heet Jan van Vlijmen, geboren in het vooroorlogse Rotterdam op 23 april 1931, dus ruim 83 jaar geleden. In 1962 getrouwd in Rotterdam, vader van 4 kinderen en opa van 11 kleinkinderen.

2. Wat doe/deed je in het dagelijks leven?
In 1947 begon ik als 16-jarige bij de Post Cheque en Girodienst in Den Haag voor fl 80,- per maand.
’s Avonds ging ik mijn Mulo-b afmaken. Na het behalen van het diploma naar de avond-zeevaartschool voor de opleiding radio-telegrafist. Toen ik in dienst moest, kwam ik in de marine terecht bij de verbindingsdienst. Na mijn diensttijd had ik toch geen zin om te gaan varen en ben toen ’s avonds gaan studeren voor onderwijzer. Dat beviel mij uitstekend. Onderwijzer in Rotterdam, ‘Hoofd ener R.K.- Basisschool’ in Kampen, daarna in Nieuw Vennep. In 1973 ging ik terug naar Rotterdam en werd schoolbegeleider bij de Schooladviesdienst.

3. Hoe lang schaak je al?
Als kind heb ik schaken geleerd van mijn vader. Hoe oud ik was weet ik niet meer. Als tiener op het ‘clubhuis’ naast ping-pong, biljarten ook geschaakt. In en na mijn diensttijd een tijdje niet meer geschaakt. In 1973 kwam ik weer in Rotterdam wonen. Van het huis dat we toen kochten moesten de elektrische leidingen vernieuwd worden. En wie ging dat doen ? Leo van Praag uit Barendrecht! Zo ben ik weer gaan schaken. Leo ging zelfs mee op vakantie met mijn gezin o.a. naar Denemarken en Luxemburg. En maar schaken ! Het zgn Eriba-Troll-Toernooi (genoemd naar onze caravan). Die toernooien werden trouwens door Leo gewonnen.
Daarna ging ik in 1986 op aandringen van Leo schaken in Barendrecht in de Triomfatorkerk. Vanaf toen werd het wel serieus !

4. Omschrijf je schaakstijl
Volgens Leo ben ik een ‘bangerd’. Hij heeft wel gelijk, ik speel nogal verdedigend. Aanvankelijk probeerde ik wat openingen te bestuderen. Maar al gauw vond ik dat onbegonnen werk. Miljoenen variaties. En nu speel ik het liefst: de Zwarte Leeuw, ondanks de nadelen.

5. Wat is jouw schaakhoogtepunt?
Je gelooft het niet: tweede prijs snelschaken SV Barendrecht, seizoen 1993/1994. Ik denk dat er niet zoveel deelnemers waren aan dat toemooi. De prijs staat nog steeds op de schoorsteen.

6. Welke activiteiten voer(de) je uit voor de vereniging?
Vanaf 19?? tot 2009 Jeugdtraining gedaan. Aanvankelijk in de Triomfatorkerk. Van de schaak-‘[vereniging mocht ik een cursus volgen voor Jeugdtrainer in Den Haag, gegeven door Brunia en van Wijgerden. Zeer leerzaam en interessant. Bekroond met een diploma jeugdtrainer A en indelingsdeskundige.

7. Wie is jouw favoriete tegenstander en wie is jouw ‘angstgegner’?
Ik meen dat Jan Timman wel eens gezegd heeft: “Van je verloren partijen leer je het meest”. De favoriete tegenstanders zijn dus de sterkere tegenstanders. Je bent nooit te oud om te leren.

8. Zijn er nog andere zaken die je met ons wilt delen?
Ik wil het Bestuur complimenteren met de plannen die toegelicht worden in de e-mails van 2 en 12 juni j.l. Ik ben benieuwd hoe alles uitpakt.

9. Aan wie geef je de pen door?
Ik geef de pen door aan Leo van Praag, mijn schaakidool.

Krimpen ad IJssel 3 – Barendrecht 1: Hoop

Na vijf ronden vonden we ons terug op de 7e plek, een degradatieplaats. Twee punten achter nummer 5 en 6 en vier punten achter nummers 2, 3 en 4. Aangezien er drie teams degraderen uit de 1e klasse is voor klassenbehoud minimaal een 5e plek vereist.
De laatste twee wedstrijden moesten dus gewonnen worden om de HOOP op overleving levend te houden.

En in de zesde ronde tegen Krimpen gebeurde er inderdaad een HOOP.
We traden vrijwel volledig aan, alleen Rien bleek nog niet in staat te spelen en werd vervangen door Han.
Deze Han maakte een snel debuut in het eerste. Hij opende voorzichtig en had de ILLUSIE op tegenspel, maar kreeg een BERG initiatief tegenover zich die alle HOOP snel deed vervliegen (0-1).
Jean-Peter kwam goed uit de opening en had een HELEBOEL ruimtevoordeel. De DROOM op zijn eerste winst vervaagde echter toen zwart er in slaagde VEEL stukken te ruilen. Hierna was remise het hoogst haalbare. Gelukkig is de dubbele rochade hiermee van zijn scorebord (½-1½).
Ook André moest berusten in remise. Zijn jeugdige tegenstander gaf met een BOEL levendig tegenspel goed verweer tegen Andrés acties in het centrum. Remise bleek het logische resultaat (1-2).
De derde remise op rij kwam op het conto van Robert. In een rustige opening probeerde hij het initiatief te nemen, maar zijn jeugdige tegenstander liet hem in die WAAN. De remise was onvermijdelijk (1½-2½).

Met deze tussenstand zag het er niet zo best uit voor ons. Een nederlaag lag in het verschiet, want, Feike stond inmiddels beter, maar Robbert en Bert stonden twijfelachtig en Tjerk-Peter kon alleen maar HOPEN op en groot wonder.

Feike won inderdaad. Hij had de gehele partij het initiatief en STAPELDE een aantal vervelende verzwakkingen op in het zwarte kamp, waaronder een dubbele g-pion. Dit voordeel molk hij vakkundig uit (2½-2½).

Bert kon als volgende douchen. Ik raakte verzeild in een dichtgeschoven stelling waarin mijn tegenstander zich duidelijk VEEL beter op zijn gemak voelde. Gelukkig investeerde hij hiervoor een BERG tijd en op het kritieke moment van incasseren gaf hij mij de kans op tegenspel. Dit resulteerde in stukwinst, hoewel zwart hier een MASSA vrijpionnen tegenover kon stellen. Met de vlag op vallen bood hij nog twee keer remise aan, maar het punt gaf ik natuurlijk niet meer weg (3½-2½).

En vervolgens geschiedde aan bord 4 het GEHOOPTE wonder.
Tjerk-Peter was de gehele partij bestookt door witte offers en stond inmiddels glad verloren. Zijn tegenstander had echter zoveel VERTROUWEN in zijn stelling, dat hij de enige dreiging van Tjerk-Peter over het hoofd zag. Mat was het dramatische gevolg (4½-2½).

En het werd nog mooier voor ons. Ook Robbert kreeg een offer om zijn oren. Zijn koning werd het vrije veld ingestuurd en voor zijn leven werd gevreesd. HOOP doet echter leven en in Robberts geval bestond deze HOOP uit een duivels loperpaar. Uiteindelijk werd wit mat gezet in een eindspel van K+T tegen K+T+L. Dat Robbert nog maar 3 seconden over had verbaast me inmiddels niet meer (5½-2½).


———————–

Een gelukkige, maar hele belangrijke overwinning.
Inmiddels zijn we gestegen naar de begeerde 5e plaats en volstaat een overwinning in de laatste ronde.

nakrimpen.jpg
krimpenbar2014.jpg